Eva Hoeke: Moeilijke woorden

In een buurtkroeg en lunchgelegenheid hoor je nog eens wat. Tijdens een broodje brie zit Eva Hoeke met haar oren te klapperen.

Het was woensdagmiddag, ik had een uurtje over en op een terras in de Spaarndammerbuurt wilde ik net aan mijn broodje brie beginnen, toen naast mij ineens een stem klonk die rechtstreeks uit de boardroom leek te zijn weggelopen.

«De vraag was: wat is onze approach en wat is de toegevoegde waarde om deze extra variant marketingwise bij ons onder te brengen. Dat was eigenlijk de key take-out van de hele meeting, dus daar werden we wel even gechallenged om het zo maar even te zeggen.»
De stem was van een vrouw van een jaar of dertig en ze had een collega aan de telefoon, tenminste, dat mocht ik wel hopen. Voor haar neus stond een latte, naast haar een laptop.
«Hm-hm» zei ze. En daarna: «Aha.»
En toen: «Even voor jouw informatie: we gaan binnenkort veranderen van packaging… Ja, dat zeiden wij ook, heel jammer, maar goed, we gaan dus veranderen dus sowieso goed om binnenkort nog even een meeting in te plannen. Hoe zit jij de 26ste? Ja, same here, same here. Laten we dan een late lunch doen, want daarvoor heb ik een meeting en daarna vlieg ik naar Tokyo. Laten we dan vooral de urgente dingen targetten, dan pikken we ’m die week daarna wel weer op voor de i.o.’s, oké?»

Ik zat ernaast en had werkelijk, oprécht geen idee waar ze het over had. Dat viel op kennelijk, want toen ze ophing bleef haar blik op de mijne hangen. «Kennen we elkaar?» vroeg ze – wat ik grappig vond, want dat dat in films gebeurt alla, maar hoe vaak zegt iemand dat nou in het echt?
«Ik volgde het gesprek per ongeluk», zei ik terwijl ik mijn mond afveegde. «En ik zat net te denken dat ik amper begreep waar het over ging.»
De vrouw keek me onderzoekend aan, zat ik haar nou in de maling te nemen?
«Ik schrijf stukjes,» zei ik snel, «dan gebruik je dat soort woorden niet.»
De vrouw zuchtte.
«Ik gebruik dat soort woorden normaal ook niet. Maar bij ons op kantoor doet iedereen dat. Toen ik er net kwam werken maakte ik aantekeningen om al die termen bij te houden.»
Ze nam een slok van haar latte.
«Vind je het vervelend?» vroeg ik.
De vrouw haalde haar schouders op. «Op kantoor niet, daar is het normaal. Maar zodra ik ergens anders ben wel. Mijn vriendinnen zeggen dat ik een rare r heb gekregen – ik kom uit het oosten van het land, daar praat niemand met een r. En mijn ouders begrijpen er ook niks van. Maar die begrijpen volgens mij überhaupt niet wat ik doe.»

De kloof tussen levens die zich manifesteerde via een medeklinker, het kwam vaker voor in de Randstad. We praatten nog wat over vriendinnen, over keuzes maken en verder komen, en over hoe je soms ineens kon verlangen naar de tijd van vriendjes, brommers en Passoa-jus. Daarna was mijn broodje brie op, en liep haar meter af. «Doe-hoeg!» riep ze terwijl ze in haar Mini stapte, en ineens was haar stem een octaaf hoger dan normaal, nog zo’n echo uit het oosten.

Het klonk lief.

Laatste nieuws