Eva’s column: domme actie

Het was ochtend, mijn laptop stond voor me en ik had nog een uur voor mijn deadline. Tóch zat ik op Facebook en tikte ik zijn naam in, géén idee waaro

In een moment van ?argeloosheid kijkt Eva op ?de Facebookpagina van ?een lang vervlogen ex. ?De gevolgen zijn desastreus.

Het was dinsdagochtend, mijn laptop stond voor me en ik had nog maar een uur voor mijn eerste deadline, en tóch zat ik op Facebook en tikte ik zijn naam in, géén idee waarom. Nou ja, geen idee – naast de was doen, de kat aaien, uit het raam staren, de post openen, mijn moeder bellen, de planten water geven en de was weer opvouwen is rondhangen op Facebook een van mijn favoriete tijdverdrijven om maar niet aan mijn werk te hoeven beginnen. En wat is er dan leuker dan heel even kijken hoe die ene ex er levenstechnisch voor staat? Niks natuurlijk, en dat vind jij ook, geef maar toe.
Hoe dan ook, voor ik het wist had ik de naam ingetikt van de man die ik ooit soldaat had gemaakt tijdens een backpackreis door Peru, zeker vijf vrijers, drie banen en twaalf volledige haarlengtes geleden. Negentien was ik, ik zag hem staan in een internetcafé – where else? – en was op slag verliefd: met zijn armen in de kleur van karamel en de kracht van een mammoet was hij niet alleen een soort oosterse Brad Pitt geweest, het wel heel goed gelukte liefdeskind van een Israëlische vader en een Indiase moeder, maar ook nog eens de gangmaker van de groep, de top dog en de alpha male, en het is dat ik al een beetje verstandig was, anders had ik nu een zoon of dochter van 17 gehad. In plaats daarvan dronken we Cuba Libres in een café, aten we arroz con pollo in de bergen en lazen we elkaar voor uit onze reisdagboeken, want op zo’n leeftijd heb je nog niet door hoe pathetisch dat is. Een monument van een herinnering, kortom, en daarom was deze Facebookactie zo dom van mij. Want diezelfde karamelkleurige man die daar in Peru zo danig out of my league was geweest, was nu een pafferige, uitgezakte doorsneeburger geworden, een met een kale bats en een lijf waar zelfs de plots zo gehypete dad bod op neer zou kijken.
Was dit mijn…?
Ja echt, het was ’m. En die dragonder naast hem, dat was vast zijn vrouw. Want dat buitengewoon lelijke knaapje op haar schoot, dat was duidelijk hun zoontje. En toen waren we er nog niet, want ik ben heus niet zo oppervlakkig dat ik alleen maar afga op uiterlijkheden, stel je voor. Nee, het was zijn rijtje vind-ik-leuks dat de doodsteek gaf.
Een bekend fastfoodrestaurant.
De website van Toyota.
F.C. Jerusalem.
Een blog voor Injury Free Running.
En de ergste: de fanclub van Bon Jovi.
Mijn Brad Pitt van weleer was een enorme burgerman geworden, kortom, zo een die de wagen wast op woensdag en spaart voor een nieuwe voordeur. Weg was de betovering van toen, de Mythe van Machu Picchu, de knapste op mijn liefdeslijst. Een scheut van verdriet trok door me heen, waarom wist ik niet helemaal. Want wat had ik nog met deze man te maken? We hadden het toen toch leuk gehad? En zijn smaak zei toch niets over de mijne? En toch.
Snel ging ik aan het werk, nog maar een kwartier voor de deadline – tijd was een raar iets.

Laatste nieuws