Deze vrouwen zijn de schrik van de IS

Bevlogen vrouwelijke peshmerga’s strijden in Noord-Irak tegen de gruweldaden van IS. Hoe het precies in elkaar zit? Marie Claire legt het je uit.

“Wij moesten onze hoofddoek afdoen, zodat ze konden kiezen. Ik werd verkocht aan een oude man”

Bevlogen vrouwelijke peshmerga’s strijden in Noord-Irak tegen de gruweldaden van IS. Marie Claire’s Manon en Véronique trokken naar het front om hen te volgen. “Ja, deze vrouwen hebben ook bloed aan hun handen. Maar wij vinden het belangrijk om te laten zien hoe ze vechten om hun zussen en vriendinnen te bevrijden van de verschrikkingen van de jihadi’s.”

Als een IS-strijder door een man wordt gedood, komt hij in de hemel met 40 maagden. Is de kogel van een vrouw, een ‘onrein wezen’, dan blijft de poort van het paradijs gesloten. Het is moeilijk voor te stellen, maar de jihadi’s geloven dit echt, en dat is voor de vrouwelijke strijders van de Koerdische peshmerga in Noord-Irak een extra reden om de wapens op te pakken. Onder hun ogen worden vriendinnen, zussen, moeders en meisjes ontvoerd door mannen van de terreurbeweging Islamitische Staat (IS). Meisjes van twaalf worden uitgehuwelijkt aan de hoogstbiedende terrorist – 75 euro is een gangbare prijs. Vrouwen worden als seksslaven verkocht en vallen ten prooi aan verkrachting, mishandeling en uitbuiting. Volstaan ze niet meer, dan worden ze samen met hun jonge kinderen onthoofd en gedumpt aan de kant van de weg.

Wie zijn de peshmerga precies?
Het peshmerga-leger (peshmerga betekent ‘zij die oog ?in oog staan met de dood’) werd in de jaren veertig ?van de vorige eeuw opgericht. Het bestaat uit verschillende groepen Koerdische strijders die sinds het uiteenvallen ?van het Ottomaanse rijk vechten voor een onafhankelijk ?Koerdistan in het noorden van Irak, het zuiden van ?Turkije en het westen van Iran. De peshmerga zijn volop in het nieuws sinds de strijd tegen de Islamitische Staat is ?opgelaaid in Noord-Irak. De Koerden hebben geen eigen staat, maar leefden sinds de val van Saddam Hoessein in 2003 in een half-autonome regio in Noord-Irak, ?en die wordt nu door IS bevochten. Op dit moment strijden 500 vrouwen mee aan het front, op een leger van ?190.000 mannelijke strijders. Het leger is groter dan IS, ?maar hun wapens zijn lang niet zo modern. ?Ze vragen het Westen dan ook om hulp. De Nederlandse ?regering maakte onlangs bekend duizend gevechtshelmen ?en duizend scherfvrije vesten toe te sturen.

Marie Claire.nl - koerdisch

Gelakte nagels ?aan de trekker
Verstopt achter een lading zandzakken, met een gemanicuurde nagel aan de trekker, ligt Ranguin op de uitkijk. Een lange vlecht danst op de rug van haar stoffige uniform. De woestijn is doodstil, maar dat zegt niets. Ze heeft al veel zware gevechten achter de rug, tegen IS en strijders die zich ISIL noemen. Het kostte levens, maar uiteindelijk lukte het de peshmerga’s om Jalawla in te nemen, een belangrijke stad op ongeveer 130 kilometer van Bagdad. “’s Nachts horen we IS op de radio”, zegt Ranguin. “Ze zeggen: ‘You bitch, als we je pakken, gaan er 25 mannen over je heen en als klapstuk sturen we je moeder een pakketje met je afgehakte rotkop.” De 29-jarige strijdster is er niet echt van onder de indruk. Ze vecht al dertien jaar en leeft nog. Garanties zijn er niet, maar toch gaat ze door, voor de goede zaak.

De andere vijftien vrouwelijke krijgers die vandaag aan het front aanwezig zijn, denken er precies zo over. Ze vechten om de Koerdische autonomie – voor zover daar sprake van is – te behouden. Ze noemen het ‘de laatste post van vrijheid’ in een regio die dreigt te worden overgenomen door een extreme, middeleeuwse versie van de islam, waarvan het gebied inmiddels reikt van de buitenwijken van Damascus tot de voorsteden van Bagdad.

Vechten uit vrije wil
Ze mogen de stad Jalawla dan ingenomen hebben, toch staan de Koerdische peshmerga’s niet te springen om het gebied in te gaan. Er wonen complete gezinnen, afgesneden van alles door vuurgevechten. “De burgers hebben genoeg geleden”, zegt de zichtbaar geëmotioneerde kolonel Nahida Ahmed Rashid, die aan het hoofd staat van het vrouwelijke corps. Ze wijst naar beneden, naar een massagraf waarin 27 onthoofdde lichamen opgestapeld liggen. Het feit dat ze vrouw en moeder is, heeft geen invloed op haar leiderschap: voor alles is ze militair. “Ik trek me de consequenties van deze oorlog niet meer aan dan een man”, zegt ze. “Mijn troepen zijn hier uit vrije wil. We weten allemaal dat er geen garanties zijn dat we het ?zullen overleven.”

In de laatste vier weken zijn vijf van haar soldaten gesneuveld, onder wie Nigar Hosseini, een 19-jarige studente die zich als vrijwilligster aansloot bij de Freedom Party, een Iraanse tak van de Koerdische guerrilla. De dag ervoor had Nigar nog een foto op Facebook gezet, lachend en trots in haar uniform. “In augustus zag ze een programma over vrouwen die als slaven waren verkocht aan IS. Een week later was ze aan het front”, zegt haar vader Mohamed, terwijl hij zich groot probeert te houden tegenover de partijvertegenwoordigers die zijn dochter de laatste eer komen bewijzen. Hij verbergt zijn verdriet en zegt dat hij trots is op zijn dochter “die met haar rug recht stierf, voor haar land en haar zusters.”

Hele stad op de vlucht
Geschat wordt dat ongeveer honderd Koerdische vrouwen, geschokt door het walgelijke lot van vrouwen die niet aan IS konden ontkomen, zich hebben aangesloten bij de peshmerga in Irak en de wapens hebben opgenomen in de strijd tegen IS. «We hebben geleden onder Saddam Hoessein, maar dat was niets vergeleken bij wat ons vrouwen te wachten staat als IS het hier voor het zeggen krijgt», zegt Mahabad Karadighi, leider van de Vrouwenunie in Koerdistan. «Het bloedbad in Sinjar was zo schokkend dat velen van ons in actie zijn gekomen.» Op 3 augustus namen IS-strijders met veel geweld deze stad in Noordwest-Irak over. 200.000 mensen sloegen op de vlucht. Na een barre tocht zijn de meeste van hen terechtgekomen in Dohouk, ten noorden van Iraaks Koerdistan.

Ter plaatse word je overvallen door de omvang van de ramp. Hoewel we ver van het front zijn, is de oorlog hier overal. Onder de schamele beschutting van een brug wast een moeder haar kind tussen twee rijen tenten. In het stof van verlaten bouwplaatsen hangen aan lijntjes kleren te drogen. In de verzengende hitte van overvolle schoolgebouwen slapen nu kleintjes, in lokalen waar geen les meer wordt gegeven. Het is het dagelijks leven van mensen die niets meer hebben. «We proberen een kamp te bouwen voor de winter invalt, maar er zijn maar 450 tenten. Dat is een zandkorrel in         de woestijn», zegt hulpverlener Jalal Darweeh uit Sharya, een plek bij Dohouk die werd overstroomd door 27.000 vluchtelingen. Op een beeldscherm scrolt hij door een lange lijst namen van vrouwen en kinderen die niet op tijd konden wegkomen toen de trucks van IS midden in de nacht arriveerden.

peshmerga

Verkocht als seksslaaf
Gescheiden van hun vrouw, zus of kind bezoekt de ene na de andere vluchteling verteerd door zorgen het geïmproviseerde kantoortje van Jalal Darweeh. Door hun getuigenissen worden alle ?cijfers en namen ineens gebroken gezinnen. Abu Majed houdt schokkend van het ingehouden ?snikken vijf foto’s vast: lachende portretten van zijn vrouw en vier kinderen, allemaal verloren ?tijdens de aanval op Sinjar. Hij slikt zijn tranen in en zegt: “Mijn jongste dochter was nog maar tien jaar. Wat had zij misdaan?”

Voor IS-strijders is het antwoord simpel: ze was een Yezidi, een lid van een Koerdische minderheid die door IS van duivelsaanbidding wordt beschuldigd. IS is ongekend wreed tegen Yezidi’s: ze gebruiken de vrouwen die in hun handen vallen als sekslaven. Volgens een schatting van lokale organisaties en Koerdische autoriteiten zijn al meer dan vierduizend vrouwen verkocht en onder dwang getrouwd met IS-strijders.

Gul, een 19-jarige Koerdische Yezidi uit Sinjar, is een van de weinigen die wist te vluchten. “Na de aanval werden alle vrouwen verzameld in een groot huis. Daar moesten we onze hoofddoeken afdoen, zodat ze beter konden kiezen. De oudsten werden aan de kant gezet, ik werd verkocht aan een man zo oud als mijn vader, die me meenam naar Mosul”, zegt ze, terwijl ze het haar streelt van een kind dat zich aan haar vastklampt. Het is het ‘laatste geschenk’ van haar man die voor haar ogen werd gedood. Twee weken duurde haar beproeving; toen wist ze ’s ochtends uit het huis te ontsnappen. Urenlang liep ze, schuilend achter muren, met haar kind onder de arm. Uiteindelijk wist ze een versperring van de Koerdische strijdkrachten te bereiken.

Vian Dakhil, de enige vertegenwoordiger van de Yezidi in het Iraakse parlement, was de eerste die ervoor zorgde dat wat Gul en vele vrouwen zoals zij was overkomen niet langer werd overstemd door de golf van andere gruweldaden van IS. ?”IS’ stelselmatige vervolging van vrouwen kan door de media en de publieke opinie niet worden behandeld als een probleem dat geen prioriteit heeft”, verklaart ze. Ze staat in contact met diverse gevangenen van IS die kans hebben gezien hun mobieltjes te behouden. “Ze krijgen te horen: ‘Jij, jij en jij, ga douchen en je omkleden. Vandaag ga je naar bed met strijders voor de seksuele jihad.’” Elk telefoontje dat Dakhil krijgt, maakt de verschrikkingen weerzinwekkender. Openbare groepsverkrachtingen, om elke vorm van weerstand te breken. Meisjes van twaalf die in groepjes naar Syrië worden gestuurd om daar de huurmoordenaars van Allah te vermaken.

Barbaarse chatsessies
Op sociale netwerken wisselen IS-brigades misselijkmakende grappen uit over de meisjes die ze gevangen houden. Hier een voorbeeld van deze barbaarse chatsessies, gepubliceerd op Facebook op 3 september, door iemand die zich Abou Jihad Al-Munfarid noemt, een van de meest invloedrijke bloggers onder de jihadisten: 350 dollar voor een slaaf in Mosul, als je zin hebt, lol (…). Je ragt haar af, laat haar werken in je huis, je stuurt haar naar je ouders zodat ze voor hen kan werken. (…) Ze zitten in een kamer te janken en een heeft zichzelf van kant gemaakt, lol.

Parlementariër Vian Dakhil bevestigt dat, volgens haar informanten ter plaatse, drie jonge vrouwen zelfmoord hebben gepleegd door zichzelf te wurgen met hun hoofddoeken. “Die mannen moeten worden uitgeroeid”, zegt Ranguin aan het front. “Graag zou ik ze met eigenhandig de keel doorsnijden.” De vrouwenhaat van IS lijkt deze tak van de peshmerga eerder sterker te maken dan klein te krijgen. Ze zijn vastbesloten om hen alle terreur honderd keer betaald te zetten.

* Om privacyredenen is de naam Gul veranderd.

Deze reportage verscheen in het januari nummer van Marie Claire
Tekst: Manon Quérouil-Bruneel, Fotografie: Véronique de Viguerie

Deze vrouw staat op nummer 1 van de most wanted-lijst van de IS >

Laatste nieuws