In vertrouwen: ‘Mijn vriend werd doodgestoken’

"Het was niet te bevatten dat hij er ineens niet meer was."

Maria (27): “Taher nam altijd zijn telefoon op als ik belde en geen appje bleef onbeantwoord. Gek dus, op die ene ochtend, dat ik ’m voor het eerst in onze relatie van acht jaar niet te pakken kon krijgen.”

Soulmates 

Lees ook: In vertrouwen: ‘Hij wil geen kinderen, maar ik wel’

“We waren gewend elkaar de hele dag door te spreken, dat was al zo toen we beste vrienden waren als pubers. Onze omgeving had veel eerder door dan wijzelf dat er veel meer speelde dan vriendschap en na verloop van tijd werden we inderdaad een stel. We praatten honderduit, over álles en kenden elkaar door en door. Taher had een moeilijk leven achter de rug en worstelde met bepaalde zaken, al merkte je daar op het eerste gezicht niets van. Hij was supersociaal en heel grappig. Dat het af en toe een masker was, zag ik als hij dat bij mij liet zakken. Taher gedroeg zich soms vrolijk om nare dingen te verbloemen. Hij was heel lief en typisch zo iemand die eerst aan anderen dacht en pas daarna aan zichzelf. Hij overlaadde me met complimenten, stond altijd voor me klaar en was oprecht geïnteresseerd in alles wat ik deed. Steevast appte hij me één minuut voor tijd bij belangrijke momenten tijdens mijn studie en werk, om me moed in te spreken. Niks was raar, bij hem hoefde ik me nergens voor te schamen. Hij plaatste me op een voetstuk. Soulmates noemden we onszelf, de belangrijkste personen in elkaars leven. Zelfs onder de douche nam hij de telefoon nog op als ik belde.”

Elke nacht berichtjes

“Tot die ene morgen. We woonden niet samen en stuurden elkaar elke nacht nog berichtjes om welterusten te zeggen. Zo ook die nacht ervoor. Ik was om 1.00 uur gaan slapen. Nadat ik wakker werd, besloot ik even op de crosstrainer te gaan en stuurde ik Taher een berichtje. Niks. Waarschijnlijk was het laat geworden, had hij nog even met een vriend gezeten en sliep-ie nog, redeneerde ik. Al was het niks voor hem. Toen kreeg ik een appje van een vriendin. Had ik het bericht gelezen? Ze doelde op een nachtelijke steekpartij bij ons in de stad, waarbij een jongen van onze leeftijd was omgekomen. Ik had er doorheen gescrold. Volgens haar gingen er geruchten dat het Taher was. Dat kon niet. Maar ik wilde hem inmiddels wel graag even spreken, zeker toen ik zag dat er nog steeds maar één vinkje stond bij mijn laatste app aan hem. Ik zocht contact met zijn familie. Wat ik toen hoorde was ongelofelijk. De man die overleden was aan een steekpartij die nacht was inderdaad Taher. Dat kón toch niet, dacht ik. Meerdere keren vroeg ik of ze het wel zeker wisten. Ja dus. In een soort waas en onafgebroken huilend stapte ik onder de douche. Alles ging langs me heen. Ik was er wel, maar ook weer niet. Ik moest overgeven, kon niet meer eten en viel flauw. Dat Taher er ineens niet meer was dreunde door, maar het besef was er in het begin helemaal nog niet. Het was niet te bevatten. Ik wilde hem zien. Gelukkig mocht ik al vrij snel, als enige buiten de familie, bij Taher wanneer ik wilde. Ik heb moeite om me dingen uit die tijd te herinneren. Achteraf ben ik blij dat ik hem nog iets heb meegegeven in zijn graf. Ook was het mooi dat er een stille tocht werd georganiseerd vanwege het zinloze geweld waarvan hij slachtoffer was geworden. Wat er die nacht precies is gebeurd is nog niet bekend. Wat ik heb gehoord, is dat een vriend van hem werd aangevallen en om hulp riep. Taher is er toen op af gerend en werd fataal gestoken in zijn hart.”

“In een soort waas en onafgebroken huilend stapte ik onder de douche. Alles ging langs me heen”

Eenzaam en leeg 

“Die nacht heeft mijn leven opgedeeld in de tijd vóór Tahers dood en de periode daarna. Zoals ik al zei, ben ik veel vergeten. Maar kan bepaalde dingen in mijn hoofd indelen door te bedenken of hij nog leefde toen ze plaatshadden. Al vrij snel kreeg ik slachtofferhulp aangeboden. Dat leek me nogal zinloos; Taher was er niet meer en hij kwam ook niet terug. Na een paar dagen probeerde ik weer aan het werk te gaan, maar dat sloeg eigenlijk nergens op. Ik ben op kantoor altijd gefocust, maar zat alleen maar voor me uit te staren. Opmerkingen van collega’s hoorde ik niet eens. Uiteindelijk heb ik me toch maar ziek gemeld. In de maanden daarna heb ik volgens mij vooral veel in bed gelegen. Vaak had ik niet eens zin om me aan te kleden. Ik wilde ook helemaal niets en voelde me eenzaam en leeg, een gevoel dat tot op de dag van vandaag nog niet weg is. Een tijd lang uitte de pijn zich ook lichamelijk in mijn nek en rug, en waren er zelfs momenten dat ik me niet kon bewegen. Dat werd na een tijdje wel minder, maar mijn omgeving drong er sterk op aan dat ik met iemand ging praten. Ik wilde dat aanvankelijk niet. Als je iets uitspreekt, wordt het echt. Ergens had ik het gevoel dat ik, zolang ik het niet over Tahers dood had, nog een beetje kon doen alsof het allemaal niet was gebeurd. Maar toen ik steeds meer vastliep, zag ik toch wel in dat ik hulp moest zoeken.”

“Al vrij snel kreeg ik slachtofferhulp aangeboden. Dat leek me nogal zinloos”

Sterk zijn

“Pas tijdens de elfde sessie bij mijn psycholoog kon ik huilen om Taher. Ik doe dat normaal niet waar anderen bij zijn, houd emoties zoveel mogelijk voor mezelf. Het is de angst om als zwak te worden gezien, denk ik. Ik wil sterk zijn. Door onze gesprekken leer ik me wat meer open te stellen en over gevoelens te praten. Ook zie ik door haar nog meer in hoe intens mijn relatie met Taher was en hoe verweven we met elkaar waren. In één klap je beste vriend en de liefde van je leven kwijtraken is ontzettend heftig. Ik mis hem verschrikkelijk als persoon. Maar ik mis ook degene voor wie ik het belangrijkste was. In de dagen na zijn dood heb ik nog appjes naar hem gestuurd, al wist ik heus wel dat hij er niet meer was. Ik wilde dat gewoon. Dat ik hem na zijn dood ook nog een paar keer heb gebeld, gebeurde wel echt per ongeluk. Een van die keren had ik een nieuwe baan. Natuurlijk belde ik hem, dat deed ik altijd.”

Gezichten bij de namen

“De zaak tegen de verdachten is nog onder de rechter. Ik ga naar elke zitting. Nog voordat ik voor het eerst de gang naar de rechtbank zou maken, zocht ik de verdachten op op Facebook. Ik wilde gezichten hebben bij de namen en ze niet voor het eerst op de zitting zien. De eerste aanblik was daardoor niet minder heftig. Het viel me op hoe dicht we eigenlijk op elkaar zaten in die ruimte en hoe goed ik ze kon bekijken. Hoe ze zich gedroegen maakte op zich niet zo heel veel uit; ik vond alles aan hen irritant. Buiten de rechtbank voelde ik me vooral heel verdrietig, maar binnen de muren overheerste de boosheid. In zekere zin houd ik me aan de rechtszaak vast. Ik ben niet alleen bang voor vrijspraak, maar ook dat er na de zaak niet zoveel meer over Taher wordt gesproken en dat hij misschien een beetje wordt vergeten. Ik zet alles aan de kant om naar de rechtbank te gaan. Voor Taher, en ook om te laten zien hoe belangrijk hij voor mij was.” 

“Nog voordat ik voor het eerst de gang naar de rechtbank zou maken, zocht ik de verdachten op op Facebook”

Geen man 

“Ik ben veranderd sinds zijn dood. Vroeger was ik bijna altijd vrolijk. Nu heb ik niet zo veel zin meer om gezellig te doen als ik me niet zo voel. Voorheen was ik een planner, maar nu maak ik geen afspraken meer voor over drie weken. Ik kan niet inschatten hoe ik me voel en wil ook niet steeds mensen afbellen. Ook erger ik me meer aan anderen en heb ik geen behoefte aan contacten die niet zo diep gaan. Mensen zeggen bovendien de raarste dingen, zeker toen Taher net was overleden. Dat ik gelukkig nog jong ben en wel weer een andere man vind, bijvoorbeeld. Een ander stelde dat ik in elk geval nog wel mijn armen en benen heb. Ik zonder me een beetje af en zit veel thuis. Daar kan ik helemaal mezelf zijn, al vind ik dat ik er wat meer op uit zou moeten. Verder stort ik me op mijn werk en volg ik de ene cursus na de andere. Door mezelf bezig te houden hoef ik niet na te denken. Ik slikte antidepressiva, maar daar ben ik mee gestopt omdat ze niet werkten. De toekomst? Ik zie nu vooral mijn carrière voor me. Zeker geen man, eerder nog kinderen. Daten lijkt me nu vooral nog ontzettend ongemakkelijk. Er bestaat natuurlijk ook geen tweede Taher. En met minder neem ik sowieso geen genoegen.”

Tekst: Marjolein Straatman | Beeld: iStock 

Laatste nieuws