Wie flirt er nog? Waarom we vaker offline zouden moeten flirten

Online daten is ook lastig.

Voor flirten en het vinden van een date gaan we vaak niet meer naar het café, maar op internet. Tijdens een workshop Online Daten leert journalist Channa Brunt het succes te vergroten. Romantisch? Stiekem houdt ze best een beetje heimwee naar de ‘analoge’ flirt.

Kopje koffie

Lees ook: Science says: dít doet internet met je zelfvertrouwen

“Ik verplaats een blik zwarte bonen van winkelschap naar -mand. Uit m’n ooghoeken zie ik opeens een man die angstvallig dichtbij staat en die druk naar me aan het playbacken is. Ik trek m’n headset en een sarcastische Childish Gambino uit m’n oren. ‘Sorry?’ Hij kijkt kort verbouwereerd naar de grond, maar herstelt zich: ‘Ja sorry, dit is waarschijnlijk veel te direct, maar ik kon het gewoon niet laten – je ziet er zo mooi en stijlvol uit…’ Hij steekt zijn hand uit, die ik dan maar vastpak, en stelt zich voor. Kort daarna: Ik ben nieuw hier in de buurt en ben nog niet zo bekend met de horecaplekjes. Zullen we een keer ergens een kop koffie drinken?

Gelukkig hoef ik hem niet te vertellen dat hij iets ouder dan mijn type is, en dat ik wat zenuwachtig word van zijn manier van praten. Ik kan het houden bij een nette ‘hoewel dat me heel gezellig lijkt, denk ik niet dat mijn vriend het zo leuk zal vinden’. Ik besef tegelijkertijd dat ik persoonlijk de kans heb om hier en op dit moment een fenomeen van uitsterven te behoeden, en druk hem op het hart dat hij dit in godsnaam zo moet blijven doen. Ik heb het een tijdje persoonlijk opgevat, dat níemand meer ‘analoog’ met me flirtte, maar inmiddels weet ik dat dat nog maar amper gebeurd. Ik zeg hem dat vrouwen het heus leuk vinden als een man hen zo hoffelijk benadert en mee uit vraagt. Hij blijkt ook zenuwachtig te worden van mijn manier van praten en luistert al niet echt meer. Hij lacht, schuifelt weg en verdwijnt weer achter een schap, waar hij met een leeg winkelmandje als vermomming de volgende mooie, stijlvolle dame afwacht – zo stel ik me voor.

De teloorgang van de flirt

De ervaring deel ik al terwijl ik naar huis wandel met vriendin M., die ik daarmee hoopvol probeer te stemmen. In bruine kroegen en op zonnige terrassen filosoferen we regelmatig over de teloorgang van de real-life flirt, terwijl we op haar telefoon mannen naar links en rechts swipen, en ontzettend erg geen oog hebben voor de exemplaren in diezelfde kroeg, op datzelfde terras. Niet wanhopig, maar toch enigszins bezorgd doet ze tijdens die borrels verslag van wéér een chat die nergens op uitliep, wéér een man die in het echt ontzettend tegenviel, wéér een date die heel gezellig leek maar onverwachts geen vervolg kreeg.

En zo belanden we tijdens onze eerstvolgende borrel op een punt waar je verwacht dat alleen andere mensen zullen belanden – het soort mens dat op singlevakanties en speeddates gaat, om maar wat te zeggen. Ik hoorde over het bestaan van een workshop online daten. Via een spottende bulderlach, gaan we naar een zenuwachtige giechel en tot slot dan toch de serieuze overweging of die workshop voor M. misschien iets zou kunnen betekenen. ‘Maar ik ga niet alleen.’

Dus zitten we twee weken later diezelfde workshop belachelijk te maken in de trein naar Utrecht, waar-ie plaatsvindt. Met een ontzettende air van ‘maar wij horen hier dus echt niet’ lopen we een ruimte binnen die gevuld is met mensen die tijdens het voorstelrondje hartstikke normaal blijken. Het is een gemengde groep: man en vrouw en van alle leeftijden. Over twee dingen is iedereen het eens: níemand is voor z’n plezier online aan het daten, en iedereen wil gewoon liefde. Ikzelf maak de grote fout om me voor te stellen als emotionele support van M. en persoon mét verkering, waarna ik een uur lang ontzettend hard moet werken om mezelf weer binnen de groep te plaatsen.

Wat me voor die groep sympathieker maakt, maar mijn schaamtegevoel niet ten goede komt, is dat ik daarbij vertel dat ik mijn liefde op Happn opdeed, en de coördinator van de workshop me daarop gedurende de sessie en groupe vragen stelt als ‘hoe ging dat bij jou?’ en ‘hoeveel uur heb jij in het online daten gestoken voordat je een relatie had?’. Ik lieg vier Happn-dates bovenop de drie die ik tussen m’n huidige en vorige relatie had en zie mensen opgelucht ademhalen. Ik mag weer meepraten.

De looks van een model

We luisteren naar een presentatie, waarin onder meer onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen met de looks van een model (‘kies maar uit, de online datingwereld ligt aan je voeten!’) en mannen en vrouwen zonder de looks van een model (‘je krijgt geen tot weinig reacties en zult veel zelf moeten reageren’). We leren dat we gemiddeld 36 uur aan het swipen en chatten zijn voordat we een date hebben, en dat je ‘als je heel graag wilt, niet te kritisch bent en heel hard werkt’ 280 uur aan het tinderen bent voordat je een relatie hebt.

We evalueren in groepjes van vier elkaars foto’s en beoordelen met z’n allen een aantal echte online te vinden profielen. We interviewen elkaar en schrijven aan de hand van die interviews een profieltekst. Later wordt de romantiek, die stuiptrekkend in een hoekje ligt, officieel de nek om gedraaid, als we leren dat het aantal positieve reacties zo gering is, dat je maar beter veel mensen kunt benaderen – ‘niet na elkaar, maar tegelijkertijd’.

M. en ik proberen naderhand een Utrechts terras uit. Ik probeer een foto van haar te maken omdat de groep unaniem besloot dat ze niet wegkomt met alleen groepsfoto’s waarop ze zonder uitzondering een glas wijn knuffelt. Ik krijg haar wijn niet buiten beeld en staak de poging. ‘Ik voel me eigenlijk vooral heel depressief. Hoe zijn we in godsnaam aanbeland op een punt dat mensen zulke workshops nodig denken te hebben?’

Thuis vraag ik aan mijn vriend of hij me had aangesproken als hij me in het echt had gespot, de avond dat hij me Happn-de. Hij geniet van de banaliteit van onze ontmoeting en begint daar maar al te graag spottend over te vertellen als gevraagd wordt hoe we elkaar leerden kennen. Ik zit daar dan driftig met m’n ogen rollend naast, baal dat m’n zelfspot het laat afweten en wou dat we een beter verhaal hadden. ‘Waarschijnlijk niet’, antwoordt hij. Er wordt daar niet echt geflirt. ‘Daar’ is een klimhal, waar een ontzettend homogeen publiek komt: sportieve mannen en vrouwen die allemaal tussen de 25-35 zijn en zich in strakke sportleggings in moeilijke bochten wringen. Het is goed mogelijk dat er nooit een betere plek bestaan heeft om te flirten.

Geveinsd nonchalant

Teleurgesteld kruip ik achter m’n laptop, waar ik nog wat cijfers en feitjes opduikel: de belangrijkste reden dat mensen Tinder gebruiken is liefde en sex (volgens mij twee enorm uiteenlopende redenen), gevolgd door validatie en entertainment. Het CBS wist in 2014 te vertellen dat 13 procent van de samenwonende stellen elkaar had leren kennen via online datingkanalen. Dat was een groei van 3 procent tussen 2008 en 2014. In datzelfde jaar vond de lancering plaats van Happn en Bumble, wat z’n uitwerking op het percentage samenwonende stellen toen nog niet gehad kon hebben.

Mooie cijfers die hoopvol stemmen. Neemt niet weg dat wereldwijd mensen met de handen in het haar enorm aan zichzelf zitten te twijfelen – waarom ik dan niet? Terugdenkend aan de workshop, bedenk ik me dat de aanwezigen – meer dan aan die workshop – iets hadden aan het met elkaar praten over precies die onzekerheid. Aan het besef dat hun datingstress een collectieve stress is. Minder een plek voor tips als ‘post geen foto’s waarop je minder knap of knapper bent dan in het echt’ en waar je de deur uitloopt met een lijst van fotografen die je precies-zoals-je-bent-maar-wel-allemaal-tegen-dezelfde-achtergrond-in-dezelfde-pose vastlegt. Meer een plek van ‘dat online daten werkt helemaal niet voor mij en ik word er knap onzeker van, hoe zit dat met jou?’.

In het Sex and the City-tijdperk leek single zijn nog iets om trots op te zijn. Carrie, Samantha, Miranda en Charlotte normaliseerden de speeddate, de onzekerheid en het liefdesverdriet volledig. In 2019 is het iets waarover je geveinsd nonchalant doet. ‘Nee joh, ik zit puur voor m’n eigen vermaak op Tinder.’ ‘Ja, we leerden elkaar op Happn kennen, maar ik zat daar alleen even op omdat ik ook weleens wilde weten waar al die heisa nou om was.’

Misschien kunnen we het online domein wat vaker naar de offline wereld doortrekken. Ik denk aan de singlefeesten die Bumble organiseert – nog wat sarcastisch en niet heel toegankelijk voor alle leeftijden, maar een goed begin. Ik denk ook aan de single-winkelmandjes-actie die een Amsterdamse franchiser in de jaren nul in zijn Albert Heijn in het leven riep – een gebloemd winkelmandje voor alle singles die openstonden voor een relatie. Zo met je single-zijn onder de arm de supermarkt doorkruisen. Weet m’n nieuwe buurman de volgende keer ook waar-ie aan toe is.”

Tekst: Channa Brunt | Beeld: iStock

 

Laatste nieuws